Ontwikkelingen & trends
Bij het realiseren van onze missie ‘Samen Sneller Circulair’ zien wij voor de komende jaren de volgende belangrijke ontwikkelingen en uitdagingen voor de regio, voor Meerlanden en haar klanten.
Transitie naar een circulaire economie
De Europese Green Deal is de routekaart die de Europese Unie omvormt tot een moderne, grondstoffen efficiënte en concurrerende economie. De kern daarvan is het nieuwe Circulaire Economie Actieplan, in maart 2020 gepresenteerd. Met dit actieplan wil de EU productieprocessen veranderen en consumenten in staat stellen duurzame keuzes te maken. Het gaat om initiatieven voor de gehele levenscyclus van producten: van ontwerp en productie tot consumptie, reparatie, hergebruik en recycling. Het plan voor de circulaire economie bevat maatregelen om:
- Producten duurzamer te maken (producten die langer meegaan, makkelijker te herstellen zijn en meer gerecyclede grondstoffen bevatten).
- Consumenten meer rechten te geven (onder meer een ‘recht op herstel’).
- De hoeveelheid afval te verminderen.
Het plan focust op de sectoren die de meeste grondstoffen gebruiken en waar een groot circulair potentieel is: elektronica, batterijen, auto’s, verpakkingsindustrie, plastics, textiel, bouwsector en voeding.
Maatregelen
De transitie naar een circulaire economie is reeds aan de gang. Vooruitstrevende bedrijven, consumenten en overheden in Europa omarmen dit duurzame model. De Europese Commissie zorgt ervoor dat iedereen kansen krijgt in de transitie naar een circulaire economie en dat niemand achterblijft. In het actieplan worden maatregelen voorgesteld om de volgende doelen te realiseren:
- Van duurzame producten de norm maken in de EU. De Commissie stelt wetgeving voor inzake duurzaam productbeleid om ervoor te zorgen dat producten die in de EU in de handel worden gebracht, ontworpen zijn om langer mee te gaan, gemakkelijker te hergebruiken, te repareren en te recycleren zijn en in plaats van primaire grondstoffen zoveel mogelijk gerecycleerd materiaal bevatten. Producten voor eenmalig gebruik worden beperkt, vroegtijdige veroudering wordt aangepakt en de vernietiging van onverkochte duurzame goederen wordt verboden.
- De positie van de consumenten versterken. Consumenten krijgen toegang tot betrouwbare informatie over onder meer de repareerbaarheid en de duurzaamheid van producten, die hen kan helpen om duurzame keuzes te maken op milieugebied. Bovendien genieten consumenten een ‘recht op reparatie’ (repair voor recycle).
- Zorgen voor minder afval. De nadruk zal liggen op het voorkomen van afval en de omzetting ervan in kwalitatief hoogwaardige secundaire grondstoffen en een goed functionerende markt voor die secundaire grondstoffen. De Commissie onderzoekt of een EU-breed, geharmoniseerd model voor de gescheiden inzameling van afval en etikettering kan worden opgezet. Dit model bevat ook een aantal maatregelen om de uitvoer van afval uit de EU tot een minimum te beperken.
- De nadruk leggen op de sectoren die de meeste hulpbronnen verbruiken en waar het potentieel voor circulariteit hoog is. De Commissie onderneemt concrete maatregelen op het gebied van:
- Elektronica en ICT: een initiatief voor herbruikbare elektronica om een langere levensduur van producten te bevorderen en de inzameling en verwerking van afval te verbeteren.
- Batterijen en voertuigen: een nieuw regelgevingskader voor batterijen om de duurzaamheid te verbeteren en het circulaire potentieel van batterijen te stimuleren.
- Verpakking: nieuwe verplichte eisen over wat is toegestaan op de EU-markt, met het oog op de vermindering van verpakking, zoals bijvoorbeeld de SUP-richtlijn.
- Kunststoffen: nieuwe verplichte eisen inzake het gehalte gerecycleerd materiaal, met bijzondere aandacht voor microplastics en bio-gebaseerde en biologisch afbreekbare kunststoffen.
- Textiel: een nieuwe EU-strategie voor textiel om het concurrentievermogen en innovatie in de sector te versterken en de EU-markt voor textielhergebruik een impuls te geven.
- Constructie en gebouwen: een uitgebreide strategie voor een duurzame gebouwde omgeving, waarin de beginselen van circulariteit worden bevorderd.
- Levensmiddelen: nieuw wetgevingsinitiatief inzake hergebruik met het oog op de vervanging van wegwerp- verpakkingen, tafelgerei en bestek door herbruikbare producten in de voedselvoorziening.
Nederland Circulair 2050
De Rijksoverheid streeft voor 2050 naar een volledig circulaire economie. Voor 2030 is een tussendoelstelling geformuleerd: 50% minder grondstoffenverbruik dan in 2017. In 2018 is hiervoor de basis gelegd met het opstellen van het grondstoffenakkoord en vijf transitieagenda’s. Meerlanden heeft het grondstoffenakkoord ondertekend. In het uitvoeringsprogramma 2019-2023 zijn de plannen en activiteiten uit deze transitieagenda’s verder uitgewerkt. Zij tonen wat haalbaar is en zijn inspiratie voor verdere innovatie. Het kabinet geeft hiermee aan op welke manier zij de transitie naar een circulaire economie faciliteert. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd en eens in de twee jaar rapporteert het Planbureau voor de Leefomgeving over de voortgang.
Uit de eerste Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER)* blijkt dat het fundament voor de transitie naar een circulaire economie gelegd is. Een volgende fase vraagt om een scherpere visie, intensivering van beleid, meer ‘drang en dwang’ en een heldere rolverdeling. Daarmee kunnen de grondstoffentrends omgebogen worden, de milieu-impact verminderd worden en de leveringszekerheid van grondstoffen geborgd. De focus ligt op de volgende thema’s:
- Hoger op de R-ladder komen en meer aan de voorkant van de keten en het product.
- Systeemverandering van lineair naar circulair.
- Impact door focus op de grondstoffenstromen.
*ICER: Integrale Circulaire Economie Rapportage van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), de Publieke Waarde Scan, de aanbevelingen van de Reflectiegroep Circulaire Economie en de Rode Draden van het Versnellingshuis Nederland Circulair.
Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid
In Nederland bestaat voor een aantal producten een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV). Dit houdt in dat producenten of importeurs (mede)verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die door hen op de markt worden gebracht. Dat stimuleert de recyclebaarheid van producten, bevordert de preventie van afval door circulair ontwerp en legt de afvalbeheerkosten bij de veroorzaker/vervuiler. Producentenverantwoordelijkheid is voor steeds meer productgroepen van toepassing en draagt in toenemende mate bij aan de financiering van het gemeentelijk afvalbeheer. Wij ondersteunen dit instrument. Voor matrassen gaat per 1 januari 2022 de UPV gelden en de UPV Textiel wordt momenteel voorbereid. Daarnaast werken wij mee aan een onderzoek over de UPV dat de Universiteit Utrecht uitvoert in opdracht van de branchevereniging NVRD.
Europese Single Use Plastic richtlijn (SUP)
De Europese Commissie heeft een richtlijn opgesteld om wegwerpplastic in zee te verminderen. De richtlijn moet de jaarlijkse toename van de hoeveelheid wegwerpplastic in zee tegengaan. Plastic in zee, ‘plastic soep’, is een groot milieuprobleem. Plastic bevat vaak giftige stoffen en wordt in de natuur niet afgebroken. Het brokkelt echter wel af, waardoor het uiteenvalt in steeds kleinere deeltjes. Veel dieren eten daardoor per ongeluk plastic-resten en kunnen hier ziek van worden. Omdat wij dieren eten, komen de plastic-resten ook terug in onze voedselketen, waardoor ook wij ziek kunnen worden. De belangrijkste maatregelen uit de SUP-richtlijn zijn:
- Vanaf 2024 moeten doppen en deksels vastzitten aan plastic flessen en drankverpakkingen. Daardoor worden ze automatisch ingeleverd voor recycling.
- Vanaf 2025 moeten PET-flessen voor minstens 25% uit gerecyclede kunststoffen bestaan. In 2030 moet dit minstens 30% zijn.
- Producenten worden verantwoordelijk voor (zwerf)afval van een aantal van hun producten. Dit gaat over onder andere drank- en voedselverpakkingen, drinkbekers, lichte plastic tassen, vochtige doekjes, tabaksproducten (met filters), ballonnen en vistuig. Producenten moeten onder meer zorgen voor de inzameling, het vervoer en de verwerking van die plastic producten. En voor bewustwording van de consument.
- In 2025 moet minimaal 77% van alle plastic drinkflessen tot drie liter worden ingezameld.
- In 2029 moet dit minimaal 90% zijn.
- De overheid gaat consumenteninformatie geven over herbruikbare alternatieven voor deze plastic producten. En over mogelijkheden voor goed afvalbeheer (hoe afval af te danken). Ook krijgen consumenten informatie over het gevolg van dit plastic afval op het milieu.
De implementatie van de SUP heeft mogelijk gevolgen voor de samenstelling van het zwerfafval dat wordt ingezameld. De verwachting is dat Meerlanden de producten die vallen onder de richtlijn veel minder gaat aantreffen in het zwerfafval. Het is nog niet te zeggen of dit effect heeft op de totale hoeveelheid zwerfafval en of het zwerfafval qua samenstelling wijzigt, doordat er andere producten voor in de plaats komen.
Klimaatverandering en energietransitie
In de Europese Klimaatwet is ‘klimaatneutraliteit in 2050’ vastgelegd als doel. De Europese Green Deal moet de EU omvormen tot een toekomstbestendige, grondstoffenefficiënte en concurrerende economie. De doelen zijn:
- Een netto-uitstoot van broeikasgassen van nul tegen 2050.
- Economische groei zonder uitputting van grondstoffen.
- Geen mens of regio die aan zijn lot wordt overgelaten.
De Green Deal wordt bekostigd met één derde van de 1,8 biljoen euro voor het herstelplan NextGenerationEU en uit de zevenjarenbegroting van de EU.
In het afgelopen jaar heeft Meerlanden bijgedragen aan de doelstelling van de netto-uitstoot van broeikasgassen van nul tegen 2050 door een verdere reductie van onze CO2-uitstoot. De brandstof HVO100 zetten we in als dieselvervanger in de voertuigen op de locaties Rijsenhout. Daarnaast hebben wij zonnepanelen in gebruik genomen op onze locatie in Noordwijkerhout. Ons doel is dat uiterlijk in 2030 onze bedrijfsvoering volledig klimaatneutraal is.
Duurzaamheid in verslaglegging
Om deze Europese Green Deal te realiseren is een actieplan gelanceerd voor de financiering van duurzame groei. Er zijn drie belangrijke doelen geformuleerd om de economie te vergroenen en te verduurzamen:
- Kapitaalstromen heroriënteren naar een duurzamere economie.
- Duurzaamheid tot vast onderdeel van risicomanagement maken.
- Transparantie en langetermijndenken stimuleren.
Hiervoor wordt een uniform classificatiesysteem, oftewel ‘taxonomie’ opgezet. Dit systeem moet organisaties helpen bij het in kaart brengen van duurzame activiteiten en bij het kwalificeren en kwantificeren van die activiteiten in rapportages. Als een economische activiteit aan de screeningcriteria van de taxonomie voldoet, leidt dit tot meer transparantie en betere mogelijkheden om te vergelijken. De mogelijkheden tot ‘greenwashing’ worden hiermee verminderd.
Met ingang van 1 januari 2022 moet de EU-taxonomie gebruikt worden door organisaties die financiële producten aanbieden en door ondernemingen die verplicht zijn niet-financiële informatie te publiceren. Dit zijn onder andere alle ondernemingen van openbaar belang (OOB) met meer dan vijfhonderd werknemers. Verder moeten EU-lidstaten de taxonomie gebruiken bij het vaststellen van de eisen waar financiële producten en bedrijfsobligaties aan moeten voldoen om als ecologisch duurzaam te worden aangemerkt.
Vanaf 2024 moeten ook kleinere bedrijven met meer dan tweehonderdvijftig medewerkers en/of een omzet van meer dan € 40 miljoen aan deze regelgeving voldoen. We verkennen alvast de impact op ons bedrijf en bereiden we de bedrijfsvoering en onze verslaglegging hierop voor.